Dick Advocaat en Cor Pot hebben dit kalenderjaar gedurende de coronapandemie regelmatig op hun donder gekregen van clubarts Casper van Eijck van Feyenoord. De twee zitten in de risicogroep en ook in de voetballerij is het soms lastig om afstand te bewaren. “Ik vind Casper een geweldige en kundige man, ik luister altijd naar hem”, vertelt de trainer van Feyenoord in het Algemeen Dagblad.
Van Eijck en virologe Annemiek van der Eijk brachten de gevaren van het virus binnen de club enorm onder de aandacht en vergrootten het bewustzijn. “Maar het blijft lastig. Op een gegeven moment hadden we een speler die een nominatie voor één of andere award had gekregen, de prijs die Erling Braut Haaland uiteindelijk won.” Advocaat doelt op de Golden Boy-award, een prijs waar ook Lutsharel Geertruida voor genomineerd was.
“Ik hoorde dat. In een opwelling omhelsde ik die jongen”, memoreert Advocaat. “Ik was blij voor hem. Kreeg ik een paar uur later een telefoontje dat ik uitgerekend die speler niet kon opstellen omdat hij positief getest was op corona. Daar zat ik toch even mee in mijn maag hoor. Ik werk met jonge, fitte mensen. Veel van die gasten voelen het niet eens als ze besmet zijn. Maar ik ben zelf 73 jaar en ik behoor inderdaad tot de risicogroep.”
“Voor de tweede lockdown kwam Casper zuchtend bij ons binnen”, vervolt Advocaat. “Had hij gehoord dat Cor op maandag bij de Harbour Club had gegeten, op dinsdag bij Kaat Mossel en op woensdag net voor de lockdown nog even snel bij het Zalmhuis. Dat mocht ook gewoon, de restaurants waren open en Cor hield keurig afstand. Vond Casper toch geen goed idee hoor, hahaha. Ach, deze periode is voor iedereen lastig. Ik houd keurig afstand en rond wedstrijden zien we eigenlijk niemand. Ik voel me veilig, maar je moet het niet opzoeken.”