Vorige week vernietigde het Grondwettelijk Hof de regeling rond de terugdraaiende elektriciteitsmeter: zonnepaneleneigenaars met een digitale teller mogen dan toch niet de stroom die ze te veel produceren aftrekken van hun elektriciteitsfactuur. Dat veroorzaakte veel verontwaardiging, omdat tot voor kort was beloofd dat die regeling nog 15 jaar zou blijven bestaan voor mensen die nog vóór 2021 zonnepanelen hadden laten leggen.
Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) kwam vorige week al met de belofte dat gedupeerde zonnepaneleneigenaars eenmalig zouden gecompenseerd worden, afhankelijk van het rendement dat ze al gehaald hadden uit hun zonnepanelen. Hoe hoog die compensaties zullen zijn, zal later deze week hier gepubliceerd worden.
In de marge daarvan werd ook aangekondigd dat de regering zou afstappen van de versnelde uitrol van de digitale meter voor zonnepaneleneigenaars. Dat betekent dat wie zonnepanelen heeft niet meer per se vóór eind 2022 een digitale meter zal krijgen, zoals eerst afgesproken was.
Pauze
Nu wordt die uitrol bij zonnepaneleneigenaars ook even gepauzeerd, minstens tot begin april 2021. “Totdat de financiële compensatieregeling in de regelgeving is opgenomen en voldoende duidelijk is voor iedereen”, klinkt het.
Het uitstel is wellicht ook meegenomen voor de installateurs van netbedrijf Fluvius en zijn onderaannemers, die die meters moeten plaatsen. Die zouden anders allerlei vragen krijgen die ze nog niet kunnen beantwoorden. Mogelijk hoopt de minister ook op een soort afkoelingsperiode, want op dit moment zijn veel mensen met zonnepanelen boos over de gang van zaken.
De uiterst linkse oppositiepartij PVDA heeft intussen laten weten dat zij een voorstel van decreet indienen om het plaatsen van een digitale meter drie jaar lang niet verplicht te maken. PVDA heeft zich in het verleden al uitgesproken tegen de verplichting van de digitale meter.
